Innovatief platform moet onze bedrijven voorsprong geven in handel met het Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk is steeds een enorm belangrijke handelspartner geweest voor onze bedrijven. In de jaren voorafgaand aan de Brexit was het Verenigd Koninkrijk de vierde handelspartner van Vlaanderen. En zelfs ongeveer 60% van de exportactiviteiten van de Vlaamse transport- en logistieksector was gericht op het Verenigd Koninkrijk. Vlaams minister van Economie en Innovatie Jo Brouns en federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem slaan de handen in elkaar om met een innovatief platform de handel met het Verenigd Koninkrijk te stroomlijnen en danig te vergemakkelijken. De resultaten van de voorbereidende studie zijn beloftevol, daarom gaan de Port of Antwerp-Bruges en het VIL (het Vlaams Instituut voor de Logistiek) nu ook het datadelingsplatform en fysieke servicepunten bouwen.
Vandaag is het Verenigd Koninkrijk onze de grootste niet-EU-handelspartner. In de jaren voor de Brexit was ongeveer 60% van de export van de Vlaamse transport- en logistieksector erop gericht. Na de Brexit moeten bedrijven echter verschillende administratieve stappen doorlopen aan de grens.
De Brexit heeft dus een impact op bedrijven in hun handel met het VK. Dat is ook op vlak van omzet, kostenstructuur en logistieke werking. Hoewel de impact anders is voor elk bedrijf, heeft onderzoek aangetoond dat ondernemingen geconfronteerd worden met:
- Een ingewikkeld, gefragmenteerd en intransparant logistiek en administratief grensoverschrijdend proces met vele, vaak ongekende betrokken stakeholders.
- Een veelheid aan private en publieke ICT-systemen in beide landen die gebruik maken van gelijkaardige data sets maar interoperabiliteit missen.
België vormt een belangrijke schakel tussen het VK en de andere markten van de Europese Unie. Onze nabijheid is een troef, maar de korte afstand en korte tijdsbestek van de overtocht zorgen er ook voor dat de administratie een aanzienlijk groter onderdeel van het proces in beslag neemt. Het is dus cruciaal dat dit luik zo efficiënt mogelijk loopt. Verder vergt de handel met niet-EU-landen een specifieke expertise, die bij kleine ondernemingen niet altijd aanwezig is. Sommige ondernemingen haken hierdoor af, omdat de juiste administratie aanleveren en de grenscontroles voor hen een belemmering vormt.
Daarom slaan Vlaams minister van Economie en Innovatie Jo Brouns en federaal minister van Financiën Vincent Van Peteghem de handen in elkaar voor een duurzame toekomst voor onze handel met het VK. Samen zetten ze hun schouders onder Gateway²Britain: een wereldwijd en uniek digitaal systeem om de handel met het Verenigd Koninkrijk te versoepelen en te stroomlijnen.
Gateway²Britain
Minister Brouns liet via VLAIO nagaan hoe digitalisering de formaliteiten op een toekomstbestendige manier kan ondersteunen en opvangen. VIL en Deloitte hebben deze opdracht ondersteund en de gevolgen van Brexit grondig onderzocht. Samen met de douaneadministratie en ondernemingen zoals Sioen en Wienerberger, werd de volledige flow van handel van en naar het Verenigd Koninkrijk in kaart gebracht. Zo werd het Gateway²Britain-concept (G²B) vormgegeven en een aanpak van op elkaar aansluitende pijlers uitgewerkt.
Het datadelingsplatform
Dit is een grensoverschrijdend platform waarop data en digitale documenten door alle partijen in de logistieke keten kunnen worden gedeeld en waardoor transparantie ontstaat in het administratieve proces rond grensformaliteiten en -controles. Dit platform vormt de essentiële bouwsteen van het totale concept.
Na de succesvolle resultaten van het voortraject, gaat Port of Antwerp Bruges (POAB) dit datadelingsplatform beginnen bouwen.
De fysieke pijler
Het doel van het G²B fysieke servicepunt, is om kmo’s te ontzorgen van enkele Brexit-gerelateerde taken en administratie. De focus ligt daarbij specifiek op kmo’s die, in tegenstelling tot grotere spelers op de markt, kleinere handelsvolumes met het VK en minder kennis van bestaande en veranderende wetten hebben. Aan henontbreken financiële en technische middelen om deze zaken zelf te anticiperen.
Het G²B fysieke servicepunt fungeert als een toegangspunt voor kmo’s tot het datadelingsplatform en de transparante handelsroute. Grotere spelers hebben vaak reeds de benodigde kennis ingewonnen, in eigen huis ontwikkeld of laten zich bedienen door logistieke dienstverleners. Deze opties zijn echter vaak niet mogelijk voor de kleine volumes en de kleinere omzet van individuele kmo’s. Het fysieke servicepunt zal deze kmo-volumes consolideren tot een levensvatbare kritische massa voor een serviceprovider.
Het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) gaat nu van start omdeze fysieke servicepunten uit te bouwen.
Continue groei naar een transparante handelsroute
Dit platform, zowel digitaal als fysiek, zal samen een enorm potentieel naar toekomstig gebruik opleveren. Zo kan via de toevoeging van bijvoorbeeld track and trace-technologie en digitale zegels de volledige traceerbaarheid van fysieke goederenstromen opgevolgd worden. De servicepunten en het datadelingsplatform bieden de mogelijkheden om toe te groeien naar volkomen transparante handelsroutes. Zo bekomen we het overzicht dat verdere stroomlijning kan bekomen. Deze pijler wordt op een later moment verder uitgebouwd, na de nodige voortgang in de uitbouw van het datadelingsplatform en de fysieke servicepunten.
Een eerste versie van het digitale platform Gateway²Britain wordt tegen het einde van dit jaar in gebruik te gaan.
Vice-eersteminister en minister van Financiën Vincent Van Peteghem: “Nog meer dan een gatekeeper in de strijd tegen illegale handel en criminele netwerken, is onze Douane cruciaal om de handel met derde landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, vlot en efficiënt te laten verlopen. De Douane speelde een voortrekkersrol in de voorbereiding van de Brexit om de continuïteit én competitiviteit van onze ondernemingen te blijven garanderen. Vandaag staat de Douane paraat om ook nu de rol van betrouwbare partner op te nemen en haar expertise, ervaring en streven naar voortdurende innovatie en digitalisering ter beschikking te stellen van de Vlaamse overheid en alle betrokken ondernemingen.”