Voka douanecongres
Beste aanwezigen,
Het is een genoegen om u vandaag te mogen toespreken op deze zesde editie van het Voka Douanecongres. Dit moment is tweemaal nieuw. Eén keer nieuw voor ons allen, want dit is noodgedwongen de allereerste digitale editie. En een tweede keer nieuw, ook voor ons allen maar vooral voor mezelf. Want ik spreek jullie vandaag toe als kersvers Minister van Financiën. Wat maakt dat ik ook de eer en het genoegen heb om verantwoordelijk te zijn voor de douane.
Dames en heren, deze nieuwe federale regering is gestart op het moment dat ons land, mogelijk de hele wereld, voor één van de grootste uitdagingen in de recente geschiedenis staat. COVID-19 heeft onze maatschappij stevig dooreen geschud en spaart niemand, maar deze regering wil deze crisis niet verloren laten gaan. De COVID-crisis heeft ervoor gezorgd dat we anders gingen werken en leven, en heeft een enorme impuls gegeven aan de digitalisering van ons sociaal en economisch leven.
Het is ook als overheid een ongeziene uitdaging om daar op een doeltreffende en proactieve manier op in te spelen. Digitalisering is cruciaal gebleken om onze dienstverlening naar burgers, ondernemingen en partners te kunnen blijven garanderen, te verbeteren en om haar werking verder te optimaliseren.
Deze regering weet welke uitdagingen op ons pad komen en wil deze met een ambitieus en met een gezonde dosis strijdvaardigheid aanpakken. Hoe we deze crisis vandaag aanpakken, zal onze samenleving voor de volgende decennia vorm geven.
Het is van het grootste belang dat we tijdens en na deze crisis werk blijven maken van duurzame economische ontwikkeling. We moeten daarvoor een kader uitwerken, in samenspraak met alle stakeholders actief in de internationale handel. Overheid en privésector hebben daarbij elk hun rol te spelen. De privésector moet zijn rol ten volle kunnen spelen en moet daarbij gebruik kunnen maken van alle opportuniteiten op het vlak van facilitering. De administratie moet op haar beurt een evenwicht vervullen tussen de beveiliging en de versoepeling van goederenstromen. Een evenwicht tussen het mogelijk maken en vereenvoudigen van de legale handel en het garanderen en beschermen van de fiscale belangen van ons land en de veiligheid van onze burgers. Goede afspraken en vlotte correcte informatieverspreiding zijn dan ook belangrijker dan ooit. De Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen vervult een belangrijke en cruciale schakel in dit economisch gebeuren. De komende jaren zal ze zich dan ook verder toeleggen op het optimaliseren van een dienstverlening op maat, het uitbouwen van partnerships en het groeien naar een innovatieve organisatie waarin data een cruciale plaats innemen.
De komende jaren zijn dan ook cruciaal. Concreet zal de Administratie inzetten op de verdere verbetering van haar IT-systemen. We integreren processen waar mogelijk, maar houden uiteraard ten alle tijden rekening met het IT- en veiligheidsbeleid. Zo werkt de douaneadministratie met het MASP (Multi-Annual Strategic Plan) aan de integratie van de verschillende IT-processen gelinkt aan het UCC (Union Customs Code).
De administratie streeft dagelijks naar een vlotte integratie van applicaties en een vlot verloop van aanpassingen aan onze IT-toepassingen. Maar overal waar dingen veranderen, kunnen hindernissen de kop opsteken. Om de vele belangrijke veranderingen die er tussen nu en 2025 aankomen het hoofd te bieden wordt communicatie tussen de administratie en de operatoren dan ook één van de sleutels tot succes. En net zoals bij de Brexit zullen ook in dit geval bedrijven initiatieven moeten nemen om zich voor te bereiden op de aankomende wijzigingen. Want zoals in elke goede relatie is het geloof dat je samen meer bereikt dan alleen, de kern van een goede samenwerking.
Verbeterde IT-systemen en -toepassingen zijn uiteraard één ding, maar de impact die ze hebben, dàt is waar het om draait. We streven naar performante systemen, op basis van gemeenschappelijke data-vereisten in de hele Europese Unie, zodat operatoren zich kunnen concentreren op hun core business.
We zorgen ook voor verdere administratieve vereenvoudigingen voor onze bedrijven. Zo zullen bedrijven in staat zijn de douane- en accijnsvergunningen digitaal in te voeren en te volgen via het project KISSIC. Door te blijven investeren in haar IT-infrastructuur versnellen we onze processen en kan de douane doeltreffender optreden op het terrein. Het zal de slagkracht van onze bedrijven versterken en onze havens aantrekkelijker maken.
Dames en heren, het zal niet als een verrassing komen: een aantal van deze veranderingen zullen een verregaande impact hebben op de manier van werken, een manier die voor velen vertrouwd aanvoelt. Maar dit is de weg die we moeten inslaan om ambitieus de toekomst toegemoet te gaan. De opkomst van e-commerce is hierin een tekenend voorbeeld. Ondanks zijn disruptieve karakter brengt e-commerce opportuniteiten met zich mee. We werden gedwongen om onze regels te herbekijken, maar ook om onze processen te evalueren en te optimaliseren. Iets wat niet altijd zo evident is binnen een overheidsadministratie. De Administratie zal in 2021, samen met de andere EU-lidstaten, verder nagaan hoe e-commerce beter kan worden gecontroleerd, onder meer door het opzetten van gestructureerde uitwisseling van data tussen de douane en de e-commerce platformen.
Er wachten ons de komende jaren uiteraard ook uitdagingen die minder nieuw zijn. Het is geen geheim dat de strijd tegen drugstrafiek in de haven van Antwerpen een zeer grote uitdaging vormt voor de douane is. België kent het hoogste aantal inbeslagnames van cocaïne en heroïne door de douane in de hele Unie. Recent speelde de douane een belangrijke rol in het onderscheppen van de grootste overzeese drugsvangst ooit. Een doorgedreven samenwerking met andere overheidsinstanties en overleg met bronlanden levert resultaten op, daar ben ik van overtuigd.
En die resultaten zijn broodnodig. Drugs hebben niet enkel een verwoestend effect op onze veiligheid, de volksgezondheid en binnen gezinnen. Ze worden ook steeds schadelijker voor de bedrijven die actief zijn in onze havens. In 2021 zal de Douane daarom beginnen met de uitvoering van het 100%-scanproject, want de impact op de stroom en verwerking van de legale handel moet zo beperkt mogelijk blijven. De douane voorziet in de ontwikkeling van een database waarmee we met artificiële intelligentie containers effectiever kunnen scannen.
In 2021 verwachten we ook een actualisering van de Algemene Wet inzake Douane en Accijnzen. We willen die meer in lijn brengen met het de Union Customs Code (UCC) en de Administratie een beter rechtskader bieden om de samenwerking met het Europees Openbaar Ministerie te kunnen garanderen. Fraude zal ook strenger bestraft worden. De succesvolle strijd tegen accijnsfraude maakt ook duidelijk dat de straffen voor accijnsfraude gelijk moeten gesteld worden aan die voor douanefraude. En dat de onderzoeksmogelijkheden moeten worden gemoderniseerd.
Parallel met de strengere fraudebestraffing, willen we een aangepast beleid ontwikkelen rond het bestraffen van minder ernstige inbreuken. De boetecatalogus is een belangrijk aspect in die beleidsvisie. De focus van de boetecatalogus ligt op de harmonisatie van de sancties en het creëren van transparantie. Wat verdient welke sanctie en waarom.
Dames en heren, de aanpak van fraude en illegale handel mag de legale handel niet hinderen, maar ik ben er van overtuigd dat deze strijd hand in hand gaat met de facilitering van legale handelsstromen. Het één kan niet zonder het andere en ze versterken elkaar. Ik ben er mij van bewust dat deze dubbele taak bijzonder complex kan zijn voor onze douaniers. Maar dit benadrukt nog maar eens welke cruciale schakel zij vormen in ons economisch systeem.
Voor de facilitering van de handelsstromen is de toepassing van ‘goede trouw’ als wettelijke bepaling opgenomen. Hiermee kunnen bedrijven, die hun goede trouw kunnen aantonen, in bepaalde situaties vrijgesteld worden van boetes.
Maar als we het hebben over facilitering, dan kan de AEO-vergunning hierin niet ontbreken. AEO stond meer dan 10 jaar geleden mee aan de wieg van facilitering en is nu nog altijd de belangrijkste voorwaarde om te kunnen genieten van verregaande facilitering.
Die verregaande facilitering willen we dan ook steeds uitbreiden. Zo ging de administratie het afgelopen jaar officieel van start met een nieuw dienstverleningsmodel, het 3C (lees: triple C) ( = Customs Competence Center). Het is de entiteit binnen de organisatiestructuur van een bedrijf die instaat voor de kwaliteitsvolle afhandeling en coördinatie van douane- en aanverwante zaken. Ondernemingen met een door de AAD&A erkende 3C, zullen binnen dit dienstverleningsmodel een beroep kunnen doen op de expertise, de begeleiding en de niet-bindende adviezen van een uitgebreid kenniscentrum.
Damen en heren. Ik kan jullie hier niet toespreken zonder de Brexit te vermelden. In de afgelopen twee jaar heeft de administratie verschillende acties uitgevoerd om zich voor te bereiden op de Brexit. De lijst van die acties is lang: werving en opleiding van agenten, aankoop van apparatuur, upgrading van haar IT-applicaties etc. Uiteraard werden ook de bedrijven geïnformeerd over de veranderingen waar zij mee geconfronteerd zullen worden door de Brexit (oprichting van een callcenter, EORI-actie, Brexit-website ...).
De administratie zal het callcenter in 2021 blijven ondersteunen en de informatiestroom vergroten door deelnames aan informatie- en bewustmakingsseminaries. Bovendien zal de douane ondernemingen blijven ondersteunen bij hun vergunningsaanvragen. Tot slot zal een periode van betalingsuitstel ("gratieperiode") ingevoerd worden om te vermijden dat ondernemingen die te goeder trouw handelen worden gesanctioneerd.
Ik kan jullie geruststellen, een ‘Belxit’ ligt niet op tafel, wel integendeel. We zijn ons terdege bewust van de unieke rol die ons land speelt in het centrum van de Europese Unie. Voor deze nieuwe federale regering is samenwerking met onze Europese partners dan ook van het grootste belang. De bestrijding van fraude op het gebied van douane en accijnzen vereist een sterke betrokkenheid bij de EMPACT-projecten (Europol) en nauwe samenwerking met OLAF. De Administratie zal deelnemen aan een groter aantal EMPACT-projecten zoals ENVICRIME (in de strijd tegen illegaal hout en door de CITES-overeenkomst beschermde dier- en plantensoorten).
Partnerships kunnen zich ook voordoen in een economische context. Europa besteedt veel aandacht aan het onderhandelen en uitwerken van afspraken aan de hand van handelsverdragen. Handelsverdragen die cruciaal zijn voor een open economie als de onze.
Onze douaneadministratie werkt actief aan manieren om de inhoud van deze handelsakkoorden beter te communiceren. Informatienota’s of circulaires met de belangrijkste praktische en wettelijke bepalingen over oorsprong zullen worden gepubliceerd. Zo zijn er onder meer publicaties beschikbaar voor de oorsprongsprotocollen van CETA, Japan, Singapore en Vietnam en de niet-preferentiële oorsprong van goederen. De komende maanden zal de administratie zich onder andere focussen op informatieverstrekking over de algemene preferentiële oorsprongsregels en de herziene pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels. De douaneadministratie engageert zich eveneens tot het geven van informatieve sessies via verschillende kanalen, waaronder het Nationaal Forum en seminaries van FIT of VOKA.
Beste aanwezigen, ik tracht af te ronden. Het is duidelijk dat we de komende jaren met uitdagingen en wijzigingen geconfronteerd zullen worden die een impact zullen hebben op onze manier van werken.
Dit soort congressen, waar sprekers vanuit zowel overheid als privé hun visie delen over thema’s van gemeenschappelijk belang, benadrukken het belang van het opbouwen en onderhouden van duurzame relaties.
Het doet me ook plezier vast te stellen dat een aantal aspecten uit het regeerakkoord vandaag besproken werden. Het is pas door met elkaar in gesprek te gaan over onderwerpen die ons allen aangaan, dat we stappen vooruit zullen zetten.
Uiteraard kunnen visies verschillen en belangen uit elkaar liggen, maar ik kan u verzekeren dat we over een douaneadministratie beschikken die in overleg wil gaan met de operatoren en die bereid is om in overleg initiatieven te lanceren die de concurrentiële slagkracht van ons land ten goede komt. Ik wil dan ook alle sprekers bedanken voor hun bijdrage aan dit event. Uiteraard dank ik ook de deelnemers voor hun participatie en interesse.
Ik ben ervan overtuigd dat we allen, elk op het eigen terrein van activiteit en verantwoordelijkheid, verstandige en geëngageerde spelers zijn die de aantrekkelijkheid van onze Belgische economie willen versterken.