Persbericht

Minister Van Peteghem biedt ondernemingen rechtszekerheid met verduidelijking fiscale behandeling ploegenarbeid

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem biedt met een verduidelijking rechtszekerheid aan ondernemingen waar werknemers in een systeem van ploegenarbeid werken. Deze ondernemingen kunnen in ons land genieten van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing om de extra kosten verbonden aan ploegenarbeid te compenseren en de competitiviteit van hun arbeidsintensieve ondernemingen te beschermen.

“Ons land moet concurrentieel blijven om industrie, investeringen en jobs in België te houden. Daarbij is het cruciaal dat ondernemingen kunnen rekenen op heldere wetgeving die rechtszekerheid biedt voor meerdere jaren. De fiscale behandeling van ploegenarbeid is daarin heel belangrijk. Vele honderden arbeidsintensieve bedrijven in ons land draaien namelijk op de inzet van arbeiders in een ploegensysteem. Door de voorwaarden verbonden aan de fiscale behandeling te verduidelijken, vermijden we nodeloze discussies en komen we tegemoet aan opmerkingen van het Grondwettelijk Hof. Op die manier bieden we ondernemingen en hun vele duizenden werknemers opnieuw rechtszekerheid.”
Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de Fraudebestrijding en de Nationale Loterij

De gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid is een maatregel die is ontstaan met het oog om de autoassemblage-industrie in ons land te beschermen, maar door ondernemingen uit verschillende sectoren kan worden toegepast.

Doordat de wet de afgelopen jaren werd uitgebreid om de concurrentiepositie verder te versterken, sloop er ook onduidelijkheid in de correcte interpretatie van de criteria van de wet, onder andere over de grootte van de ploegen en de arbeid die ze verrichten. Een recent arrest van het Grondwettelijk Hof onderstreepte deze onduidelijkheid en dreigde de toepassing van de regeling volledig te ondergraven.

Minister Van Peteghem maakte daarom snel werk van een juridische waterdichte overgangsmaatregel tot eind 2026 en kreeg daarvoor groen licht van de regering. Deze overgangsmaatregel moet ondernemingen rechtszekerheid bieden bij de toepassing van de fiscale maatregel en een volgende regering tijd bieden om werk te maken van een noodzakelijke hervorming van de maatregel.